Geef me een thema van een congres, symposium of event en ik sla meteen ‘aan’.
Muziek uitzoeken die past, spreekteksten bedenken die een brug slaan tussen het thema en de muziek, de sfeer inschatten, de juiste toon zoeken, dan gaat het glóéien vanbinnen!
En dan heb ik het nog niet eens over daadwerkelijk op dat pódium staan:
Een lach die door de zaal schettert nadat ik een grap maak.
Een ‘neeee kies mij alsjeblieft niet’ of een ‘kies mij, kies mij’ blik als ik iemand in de zaal zoek om bij mijn performance te betrekken.
Natte oogjes bij een stoere vent.
Dáár doe ik het voor.
Ik groeide op in een huisartsengezin met 4 zussen. We zongen samen en iedereen bespeelde een instrument: viool, cello, piano, het huis gonsde ervan! Net ‘The Sound of Music’ zo braaf. Niet verklappen…als mijn ouders niet thuis waren ging de Radio Top Nogwat op volume max en dansten de muizen op tafel, sssst…
Het schijnt dat ik toen ik 3 jaar was een voorliefde voor romantisch repertoire had: met mijn onafscheidelijke duim in de mond (duimen leerde ik snel af nadat mijn vader de gigantische pukkel die er op ontstond met een gemeen mes moest wegsnijden) lag ik onder de vleugel terwijl mijn moeder zangles kreeg. Op de vraag van haar zanglerares “zullen we Bach of Schubert zingen?” trok ik de geliefde duim uit m’n mond om snel “Schubert” te roepen.
Muziek maken was al zo vanzelfsprekend en alles kon ik daar in kwijt, dromerigheid, boosheid, verdriet, blijheid. Met kleine piano uitvoerinkjes begon mijn eerste podiumervaring. (zie brave moi op foto).
Sindsdien is het podium een grote liefdevolle speeltuin gebleven. Via allerlei opleidingen en podia in binnen- en buitenland, waaronder Duitsland en Spanje, leerde ik om uiteindelijk mijn eigenheid te vinden op dat podium.
Dát ben ik!